Het Elfenkarakter

Elfen zijn geen simpele zielen. Ze zijn gemakkelijk beledigd en wee degene die zich vrijheden denkt te kunnen veroorloven… Het pad van de Elfenvriendschap is bezaaid met voetangels en men dient het met de uiterste voorzichtigheid te betreden. Menige behulpzame dreutel is veranderd in een norse. Lastige Budde als hij beledigd of zelfs maar een klein beetje geplaagd werd en de wraak van een kwade Elf is verschrikkelijk. Een zeer bekende Elfenpagerij is het zoek maken van kleine dingen. En er bestaat ook een Elf, de Ieren noemen hem Alp-Luachra, maar hij elders heet hij de Meeėter of Halveerder, die onzichtbaar naast zijn slachtoffer zit en diens eten deelt.

 

 Al hebben we tegenwoordig een beter inzicht in de (niet-Elfelijke) oorzaken van vele menselijke kwalen, de nauwe betrekkingen tussen het Elfen- en het plantenrijk worden toch nog vaak als verklaring gezien voor veel ziekten en totale misoogst van het gewas. Zulke schade moet dan zeer waarschijnlijk de straf zijn voor een of andere zonde van de mens.

 

 Natuurlijk zijn het gewoonlijk de kleine narigheidjes die we in het leven te danken hebben aan Elfen. Knopen in het mensenhaar en in de manen van een paard noemen de Engelsen Elfenlokken, wij zeggen heksenvlechten. En het Nedrlandse Elfenschot is ischias, een scheut in de lendenen, waarvan het slachtoffer lamlendig wordt.